Lokale opslag lijkt te zijn uitgeschakeld in uw browser.
Voor de beste gebruikservaring, moet u lokale opslag inschakelen in uw browser.

Vlaggenhandleiding

Handleiding voor het gebruik van de Nederlandse vlag

De Nederlandse vlag is het symbool van de eenheid en de onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De vlag behoort overal waar zij op het Nederlands grondgebied wordt ontplooid, de ereplaats te hebben.

De kleuren van de Nederlandse vlag zijn:

HELDER VERMILJOEN – HELDER WIT – KOBALTBLAUW

Over de afmetingen van de vlag zijn geen voorschriften. In het algemeen dient de lengte zich te verhouden tot de breedte als 3 : 2.

Op de Nederlandse vlag behoort geen enkele versiering of andere toevoeging te worden aangebracht. Ook het gebruik van een vlag louter voor versiering behoort te worden nagelaten. (Wel mag vlaggendoek voor versiering -bijv. in de vorm van draperieën- worden gebruikt).

Het hijsen van de vlag
De vlag dient gehesen te worden aan een stok, waarvan de lengte zodanig is, dat de vlag (ook als zij halfstok is bevestigd) nimmer de grond raakt of het verkeer kan hinderen. Nederlandse of buitenlandse vlaggen behoren niet tussen zonsondergang en zonsopgang gehesen te worden of te blijven. Elke gehesen vlag moet derhalve bij zonsondergang worden neergehaald en zonodig de volgende dag na zonsopgang opnieuw worden ontplooid. Uitzondering hierop is mogelijk, als de vlag zodanig verlicht wordt, dat de kleuren duidelijk te zien zijn.

Halfstok vlaggen
Het halfstok hijsen van de vlag behoort op de volgende wijze te geschieden: eerst wordt de vlag vol gehesen, daarna wordt zij langzaam en statig neergehaald, totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen, waarna de vlaggelijn wordt vastgebonden; de vlag wordt niet opgebonden. Bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam en statig vol gehesen en vervolgens op dezelfde wijze neergehaald.

Het hijsen van meer vlaggen
Bij het hijsen van meer vlaggen behoren deze van gelijke afmetingen te zijn en zo mogelijk op gelijke hoogte te worden gehesen. Bij het ontplooien van twee vlaggen is de ereplaats rechts, gerekend met de rug naar de vlaggen. Daar behoort dus de Nederlandse vlag. Bij drie vlaggen behoort de Nederlandse vlag in het midden.

Als de provinciale en de gemeentelijke vlag naast de Nederlandse vlag komen, is de opstelling in het algemeen (met de rug naar de vlaggen): gemeentelijke vlag links, Nederlandse vlag midden, provinciale vlag rechts. Alleen als het een gemeentelijke aangelegenheid betreft, is de volgorde omgekeerd.

Indien naast de Nederlandse vlag vlaggen van andere naties worden gehesen, is voor de onderlinge rangorde in het algemeen de eerste letter van de namen van de betrokken landen in de Franse taal bepalend. Omtrent de uitwerking van deze regel dient contact te worden opgenomen met de Directie Kabinet en Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Koninklijke standaard
De Koninklijke/persoonlijke standaard hangt altijd uit van de woonpaleizen/huizen als de persoon in kwestie in Nederland is, dus zij/hij behoeft niet daadwerkelijk in het pand aanwezig te zijn. Op het werkpaleis wordt de standaard gestreken, zodra de Koningin vertrokken is. De standaarden hangen ook Žs nachts uit. Dit gebruik dateert van lang geleden. Het verlichten van de vlag zoals in de vlaginstructie vermeld staat, geldt derhalve alleen voor de nationale vlag.